Plunderen

De Vikingen waren supersterke vechters en waren bijna nooit bang voor hun tegenstanders. Alles wat Vikingen op hun weg tegenkwamen maakten ze kapot of doodden ze. En daarna nemen ze alle buit mee. Na de eerste brute, wilde aanvallen veranderden ze het patroon van de strooptochten. De invallen namen in het aantal toe en werden beter georganiseerd. Bovendien bleek er dat veel Vikingen ineens niet meer voor de buit kwamen. Sommigen vestigden zich op de vruchtbare grond aan de kust en langs de rivieren. Ze bewerkten het land en trouwden met meisjes uit de buurt. Vikingen plunderden vooral kerken en kloosters aan de kust. en ze hadden nog een voordeel met hun snelle boten.De Vikingen kwamen in heel veel landen dit waren alle landen waar ze in kwamen. De Vikingen vallen meestal aan verdeeld in kleine groepjes. Vikingen waren goede zeevaarders. Ze hielden hun rooftochten veel in Europa , maakten zich expres wat aardiger buiten Europa, en dreven handel. De Vikingen hadden 2 manieren om aan te vallen, waarbij manier 1 'Noormannen' staat voor de hele groep, terwijl met de term 'Vikingen' alleen het varende deel wordt bedoeld.